“Een van de uitdagingen in dit project was hoe we het rendabel konden houden. Daarom is er een extra woonlaag toegevoegd, zodat we op zes woonlagen uitkomen en meer appartementen kunnen realiseren.” Aan het woord is Frans Philippart van Boink Project & Energiemanagement. In opdracht van opdrachtgever Certitudo Capital bedacht hij het energieconcept voor The Scorpio, een voormalig kantoorpand in Capelle aan den IJssel. Het gebouw werd getransformeerd naar appartementsgebouw en bevat 72 appartementen (10 tweekamerappartementen en 62 studio’s) die in april 2020 zijn opgeleverd. De woningen in The Scorpio zijn bedoeld voor huurders op de startersmarkt. Zij profiteren van een goede ligging, aan de rondweg N219, die toegang geeft tot de A16 en A20. Ook zijn bus, metro, tram en treinstation Rotterdam Alexander dichtbij. Bovendien kunnen de inwoners van The Scorpio de elektrische deelauto’s van Fleet Facilities gebruiken.
Gasloos
Omdat de opdrachtgever een gasloos gebouw wilde, ging Philippart op zoek naar een oplossing die daarbij paste. “Toen gingen we al snel richting de warmtepomp en in dat kader paste de Mitsubishi Electric Ecodan het beste. De opdrachtgever wilde namelijk graag een individuele oplossing voor elk appartement. Collectieve oplossingen hebben voor vastgoedbeheerders te veel voeten in aarde. Dan moet bijvoorbeeld per woning worden bemeterd. Bij individuele oplossingen heb je daar geen omkijken naar. Iedere bewoner heeft zijn eigen rekening en warmtepomp en kan zijn eigen energie inkopen.”
Veel ervaring
Dat wordt bevestigd door Theo Verharen van Alklima exclusief distributeur van Mitsubishi Electric klimaatsystemen. “Voor deze opdrachtgever is dit al de derde transformatie dus hier lag de keuze voor de luchtwater- warmtepomp wel min of meer vast. Ze hebben inmiddels veel ervaring met Mitsubishi Electric en weten wat we doen.”
In de bestaande gebouwde omgeving is het werken met bodembronnen vaak lastig. Dat verklaart de keuze voor de luchtwaterwarmtepomp, aldus Verharen. “Vaak zit je in de binnenstad en is een grondboring niet mogelijk. Luchtwaterwarmtepompen met single split units bieden maximale flexibiliteit en je kunt de buitenunits op het dak makkelijk clusteren. Een ander voordeel is dat je met deze luchtwaterwarmtepompen veel minder warmteverliezen hebt. Dat heb je met collectieve installaties vaak wel omdat je met een transportleiding door het gebouw gaat.”
Makkelijker verkocht
Philippart benadrukt dat individuele oplossingen ook de voorkeur hebben als het gebouw eventueel verkocht wordt. “Een huis met een eigen installatie is meer waard en kan dus makkelijker worden verkocht.” Een andere factor is volgens hem het aantal appartementen. “Als je meer dan 100 appartementen hebt, wordt een collectieve oplossing logischer. Dat heeft weer te maken met de lengtes van de koelgasleidingen tussen de binnen- en buitenunits.”
Verschillende afgiftesystemen
Omdat het geen nieuwbouw betreft, is de schil van The Scorpio eerst volledig opgewaardeerd, vertelt Philippart. “Daarnaast hebben we het glas, de kozijnen en het dak geïsoleerd, maar de vloer konden we niet aanpakken. Daardoor is er ook een verschil in de afgiftesystemen. In de optopping konden we vloerverwarming toepassen omdat die verdieping volledig nieuw is en we de vloer ook konden isoleren. Dat is nood- zakelijk, anders wordt vloerverwarming ook plafondverwarming voor de ondergelegen verdieping. Op de tussenverdiepingen hebben we Jaga-convectoren toegepast en op de begane grond zelfs Jaga DBE-convectoren met een extra ventilator om extra vermogen te genereren.”
Buitenunits
De buitenunits van de warmtepompen staan op het dak, vertelt Verharen. “Het gebouw is eigenlijk precies in twee helften verdeeld met in het midden de liftschacht en de entree. Daardoor konden we op het ene dak 36 buitenunits kwijt en op het andere dak ook.”
Doordat het gebouw met zes verdiepingen niet echt hoog is, was het werken met een binnen- en buitenunit geen probleem, vervolgt Verharen. “We kunnen met onze systemen 30 meter hoogte overbruggen, dat was hier dus ruim voldoende. Vanaf de buitenunits gaan de leidingen per drie stuks door de schacht naar beneden en vanuit daar vertakken ze weer naar de appartementen. Dat was hier allemaal redelijk eenvoudig.” Voor warm tapwater is de Mitsubishi Electric Ecodan EHST20D met ingebouwd 200 liter boilervat geïnstalleerd en op het gebied van ventilatie wordt er centraal geventileerd op het dak met kanalen die naar de gangen lopen en daar worden afgetakt naar de appartementen. Door deze maat- regelen hebben de appartementen allemaal label A, vertelt Philippart. “Dat paste precies bij de wens van het investeringsbedrijf.”
Dit artikel is gesponsord door Alklima.
Lees ook het eerdere artikel van Alklima: In deze woontoren heeft elk appartement een eigen warmtepomp.