Paradoxaal genoeg bungelt het bouwproces ten opzicht van andere sectoren bijna onderaan het lijstje als het gaat om digitalisering. Alleen de landbouw staat lager op de ranglijst. Excuses genoeg, uiteraard: het bouwen gebeurt buiten, in de kou en de regen, en met handschoenen aan is het lastig typen op een tablet. Ook een factor: alle aannemers, onderaannemers en onderonderaannemers die bij de bouw zijn betrokken. Tegen de tijd dat de werkopdracht bij de loodgieter op de bouwplaats is aanbeland, is alle automatisering verdwenen: hij loopt met een werkbon in zijn zak en leest van een A0-print waar de leidingen moeten komen. Met een beetje geluk krabbelt hij vervolgens op datzelfde printje de aanpassingen die hij in het werk moest maken, omdat het in de praktijk anders liep dan op papier was bedacht. De kans dat álle aanpassingen tijdens het bouwproces goed worden gedocumenteerd en opgeslagen, is klein. Terwijl ze wel van groot belang zijn voor de partij die een kantoor of een weg – of welk bouwproject dan ook – gaat onderhouden.
Werkmethodiek veranderen
Het bouwproces automatiseren en digitaliseren is, kortom, van groot belang. Topcon, wereldspeler op het gebied van nauwkeurige plaatsbepalingssystemen in bouw, infra en landbouw, en Bentley, eveneens actief over de hele wereld als softwareleverancier voor de bouw, zagen het gebrek eraan al jaren met lede ogen aan. Vier jaar geleden omarmden ze elkaar en afgelopen najaar leidde dat tot een nieuw bedrijf: Digital Construction Works (DCW). Deze spin-off helpt bouwbedrijven met de transformatie naar digitaal bouwen. Ted Lamboo, afkomstig van Bentley, staat aan het roer van DCW. “Ons doel is om de bouwsector vooruit te helpen.”
Om dat te kunnen doen, combineert DCW de kennis en kunde van Topcon en Bentley, die – laat daar geen misverstanden over bestaan – nog steeds beide als zelfstandig bedrijf opereren. “De rol van DCW is om de werkmethodiek van bedrijven te veranderen. Hoe zorgt een aannemer ervoor dat hij tijdens het bouwproces alle beschikbare data op een digitale manier gebruikt, dus tot en met alle onderaannemers aan toe, en dat alle wijzigingen tijdens de bouw digitaal worden vastgelegd? En daarna: hoe zorgt hij ervoor dat hij ze zo vastlegt dat hij op een later moment kan terugzoeken hoe het ook alweer zat? Wij adviseren bedrijven over hoe ze die transformatie kunnen aanpakken.”
Volledige controle
Uiteindelijk is het de bedoeling dat alles van een project digitaal beschikbaar is én blijft in een digital twin: de digitale evenknie van het gebouwde werk. De bouw van die twin zit in het portfolio van DCW en het bijhouden ervan ook. Dat is namelijk heel belangrijk, benadrukt Lamboo, óók nadat een project is opgeleverd aan de klant. “Elke aanpassing, klein of groot, moet worden vastgelegd, zodat alle informatie bewaard blijft.” Ook handig: de mogelijkheid om in de digital twin terug te scrollen in de tijd. “Dan weet je ook later nog precies welke leidingen waar lopen, ook al zijn ze weggetimmerd of verdwenen in een laag beton.”
Hoe nauwkeuriger en rijker de data van een project, hoe makkelijker het is om beslissingen te nemen, vanachter een bureau welteverstaan. “Het scheelt veel tijd en dus geld als je niet naar de bouwlocatie hoeft. En als je alles digitaal beschikbaar hebt, is dat voor iedereen inzichtelijk, niet slechts voor degene die de projectlocatie bezoekt. Bovendien kun je digitaal ook 4D en 5D bouwen, door planning en budget toe te voegen. Digitalisering zorgt ervoor dat je volledige controle hebt over je project.”
Wiel uitvinden
Op de vraag waar Nederland qua digitalisering in de bouw staat ten opzichte van andere landen, zegt Lamboo: “Mijn angst is dat Nederland denkt dat ze voorloopt en dat is eigenlijk al een dure fout.” Denkfout twee: aannemen dat de Nederlandse situatie uniek is en daarom opnieuw het wiel gaan uitvinden én die eigen standaard opleggen aan leveranciers. “Daarmee isoleert Nederland zichzelf onnodig, want leveranciers vinden Nederland, helaas maar waar, niet de belangrijkste markt.”
Kijk liever naar landen die verder zijn, zoals Engeland en China, zegt Lamboo. “In Engeland is de samenwerking tussen de opdrachtgever en de bouw bij grote infrastructuurprojecten beter georganiseerd dan in Nederland. Ook China automatiseert enorm snel en is daar heel voortvarend in. Chinezen zijn heel makkelijk in het stoppen en achter zich laten van hoe ze het vroeger deden. Zij kijken naar wat een ander al heeft uitgevonden en zeggen: als dat al zo geautomatiseerd is en dat werkt voor een ander land, dan werkt dat voor ons ook. Als je kijkt naar hoe daar een snelweg of hogesnelheidslijn wordt aangelegd, dat is absolute wereldklasse. Nu zijn de Chinezen over de hele wereld de bouwers van hogesnelheidslijnen.”
Voor bouwbedrijven die willen weten waar ze staan in hun digitale transformatie heeft Lamboo dan ook een logisch advies: “Vraag DCW om een beoordeling van de vorderingen. We hebben er veel ervaring in en kunnen de juiste ondersteuning bieden.”
Dit artikel is gesponsord door Topcon.