In dit artikel:
In 2050 moet de hele voorraad van 7 miljoen woningen verduurzaamd zijn. Het is een flinke opgave, die tot nu toe zeer traag verloopt. Eigenlijk hadden er vanaf 2022 al 30.000 tot 50.000 woningen van het gas afgehaald moeten zijn, maar volgens de laatste cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zijn dit er tot nu toe nog geen 10.000. Vanaf 2030 moeten we zelfs jaarlijks 200.000 huizen moeten afkoppelen.
Gasloos: de grootste uitdagingen
Er is een groot verschil tussen de uitdagingen voor nieuwbouw en bestaande bouw. Daarom hieronder apart uiteen gezet.
Nieuwbouw
Voor nieuwbouw geldt sinds 1 juli 2018 een aardgasverbod. Dat betekent dat géén nieuwbouwhuis dat na die datum een vergunning heeft gekregen op het aardgas mag worden aangesloten. Het klinkt als een enorme opgave, maar het is niet te vergelijking met de uitdagingen waar de bestaande bouw voor staat. Al bij het ontwerp kan er rekening worden gehouden met bijvoorbeeld de plaatsing van een warmtepomp.
Voor sommige projecten leidde de wetgeving in 2018 wel tot problemen. Het aardgasverbod kwam er nogal plotseling, waardoor ontwerpen op het laatste moment moesten worden aangepast. Het heeft extra kosten en vertraging opgeleverd. Slokker Bouwgroep bijvoorbeeld, besloot om bij een woningbouwproject in Baarn op het laatste moment alsnog van het gas af te gaan.
Vanaf 1 januari 2021 geldt er ook een strengere voor de bouw van nieuwbouwhuizen: BENG (bijna energieneutraal bouwen). Deze regels hebben de oude EPC-normen vervangen. Bij BENG krijgt energiebesparing in de ontwerpfase van nieuwbouw grote aandacht. BENG kent drie eisen: maximale energiebehoefte (kWh/m2/jaar), maximaal primair fossiel energiegebruik (kWh/m2/jaar) en minimaal aandeel hernieuwbaar op te wekken energie (%). Deze systematiek van kilowattuur per vierkante meter per jaar geeft een goed inzicht in de energieprestatie van een gebouw. Wel zijn de bouwkosten door de BENG-eisen fors omhoog gegaan.
Bestaande bouw
Ook al bestaat er geen gasverbod voor bestaande bouw, toch is de uitdaging vele malen groter dan bij nieuwbouw. De totale voorraad van 7 miljoen woningen moet voor 2050 verduurzaamd zijn. Daarvoor is diepgaande renovatie nodig, en forse investeringen. De uitdaging blijkt het grootste bij particuliere woningen.
Een ander knelpunt is dat de bouw kampt met een tekort aan installateurs. Cobouw liet eerder uitrekenen dat er door de energietransitie een tekort van minimaal 33.000 technici kan ontstaan. Daar komt bij dat het elektriciteitsnet ook volloopt. De vrees is dat het net de grote vraag naar elektriciteit straks niet meer aan kan.
Het tekort aan installateurs gaat zorgen voor problemen. Foto: ANP
Of het gaat lukken om de woningvoorraad voor 2050 te hebben verduurzaamd, is sterk de vraag. Een rekensommetje leert dat we 1.000 huizen per dag moeten verduurzamen, willen we dit aantal halen. Maar dat gebeurt bij lange na nog niet. Er zijn volgens de laatste cijfers van het PBL nog geen 10.000 woningen van het gas af gehaald, terwijl dat er al 30.000 tot 50.000 hadden moeten zijn.
Ook de verduurzaming van utiliteitsbouw, zoals kantoren, gaat ontzettend langzaam. Voor 2023 moeten eigenlijk alle kantoren minimaal energielabel C hebben, maar het gros van de eigenaren gaat dat niet halen, is de verwachting.
Toch beginnen de plannen inmiddels wel meer vorm te krijgen. Zo hebben gemeenten hun warmtetransitievisies inmiddels klaar. Dit zijn plannen hoe bestaande wijken de komende jaren verduurzaamd worden. Amsterdam trekt bijvoorbeeld de komende jaren 50 miljoen euro uit om versneld 10.000 woningen op het warmtenet aan te sluiten.
Daarnaast is de overheid een paar jaar geleden gestart met het Programma Aardgasvrije wijken. Diverse wijken in Nederland hebben subsidie gekregen om van het gas af te gaan en tegelijkertijd te experimenteren wat er goed en niet goed gaat. Overigens loopt dit traject niet overal van een leien dakje. De verduurzaming gaat traag en gemeenten worstelen hoe ze bewoners moeten betrekken bij het vraagstuk.
Het kabinet heeft aangekondigd de komende jaren de hybride route te stimuleren. Dit is een tussenvorm waarmee een huis deels wordt verwarmd door gas, en deels via een warmtepomp. Vele organisaties pleitten hier al jaren voor. Volgens voorstanders kan er met deze tussenstap sneller en tegen minder kosten, een forse co2-besparing worden gehaald. Volgens energieadviseur Rokus Wijbrands kan het tienduizenden euro’s schelen. Daardoor is het draagvlak groter en zullen particuliere woningeigenaren sneller gaan verduurzamen.
Tot slot komt er een langjarig Nationaal Isolatieprogramma met middelen tot ten minste 2030. Dit moet woningen ‘sneller, slimmer en socialer’ isoleren. Kabinet Rutte IV wil beginnen bij de slechtst geïsoleerde huizen en wil huishoudens met een kleine beurs ondersteuning bieden.
Gasloos bouwen, wat kost het?
Volgens berekeningen van het EIB (Economisch Instituut voor de Bouw) kost het energieneutraal maken van de totale woningvoorraad 235 miljard euro, terwijl de weg naar label C 25 miljard euro zou kosten en naar A 80 miljard. Om van B naar Beng (bijna energieeneutraal) te gaan heb je 190 miljard euro nodig, daarvan zal 50 miljard euro terugkomen in de vorm van besparingen op energierekeningen. De resterende 140 miljard euro zal op een andere manier gedekt moeten worden. Een kostbare zaak dus.
Per gebouw, project, of woning, kunnen de kosten heel verschillend uitvallen. Deze zijn afhankelijk van de maatregelen die genomen moeten worden, en of het gaat om een bestaande woning of nieuwbouwhuis.
Voor een nieuwbouwwoning kost het zo’n 15.000 euro extra om deze gasloos te maken. Voor een kantoor of zorginstelling kan dat bedrag hoger uitpakken.
Een bestaande woning volledig gasloos maken, kan al gauw zo’n 60.000 euro (of meer) kosten. Een corporatiewoning verduurzamen kost zo’n 70.000 euro.
Wat voor alternatieven zijn er voor gas?
Warmtepomp
De meest voor de hand liggende oplossing en die ook tot nu toe het meeste gebruikt wordt, is de warmtepomp. Dit is vooral omdat er genoeg warmtepompen voor handen zijn. Voor Nederland is het apparaat relatief nieuw, maar in andere landen wordt deze al jaren gebruikt. In Zweden is het zelfs zo standaard als hier de cv-ketel is.
Nadeel: Warmtepompen zijn nu nog vrij duur. Bovendien kunnen ze niet zomaar in elk huis worden geplaatst. Een huis moet daarvoor onder andere goed geïsoleerd zijn.
Warmtenetten (stadverwarming)
Warmtenetten zijn een ander alternatief en die zijn vooral goed bruikbaar in de bestaande bouw, volgens installatie-adviseur Peter Heijboer. “Omdat het bijna onmogelijk is om alle woningen in Nederland zo vergaand te renoveren dat er warmtepompen kunnen worden toegepast, zijn warmtenetten een goede optie. Zeker als het mogelijk is om hoogwaardige warmte in de woning te brengen van ongeveer 70 graden. Dan is schilverbetering niet per se nodig, hoewel het natuurlijk altijd beter is.” Op veel plekken in Nederland zijn al van dit soort hoge temperatuurwarmtenetten, en op sommige plekken worden ze uitgebreid.
Nadeel: niet alle warmtenetten zijn even duurzaam. Zo is in Purmerend de oude fossiele bron een paar jaar geleden vervangen door een biomassacentrale. Bovendien is het aanleggen van warmtenetten een uitdaging en zijn de kosten hoog.
Biogas
Dit werkt hetzelfde als aardgas, alleen is de bron van biogas duurzaam. Het gas ontstaat bij de vergisting van mest of gft-afval.
Nadeel: Er is niet veel biogas beschikbaar in Nederland, dus in particuliere woningen komt het niet vaak voor. Ook was er in het verleden regelmatig kritiek op biogas, omdat sommige biovergisters niet alleen mest gebruiken, maar ook bijproducten als maïs.
Geothermie gekoppeld aan warmteopslag
Geothermie gekoppeld aan warmteopslag in de bodem kan op termijn voorzien in een groot deel van de Nederlandse warmtevraag, gelooft TNO. Als je meer water oppompt uit de diepe ondergrond en dat tijdelijk opslaat in ondiepe reservoirs, kunnen die fungeren als een batterij voor zonnewarmte en industriële restwarmte, gelooft het kennisinstituut. Tweederde van de Nederlandse huishoudens kan op termijn aangesloten worden op een warmtenet en worden gevoed met geothermie. Volgens TNO zouden in 2050 zo’n 700 doubletten ( een combinatie van twee naast elkaar liggende diepboringen waarmee in de ondergrond voorhanden warm water circuleert tussen natuurlijke waterhoudende grondlagen) in het leeuwendeel van de Nederlandse warmtevraag kunnen voorzien.
Nadeel: Grote hindernis zijn de kosten. Aanleg van 175 doubletten in 2030 zou al 3,5 miljard euro kosten. De terugverdientijd is te lang omdat ze alleen in de zomer kunnen produceren.
Warmtekoudeopslag
WKO is een collectieve oplossing voor laagtemperatuurverwarming die vooral geschikt is voor appartementen. Per woning moet nog een combiwarmtepomp worden ingezet om de warmte verder op te waarderen. Het is een bewezen technologie met een hoog rendement en het levert energiezuinige koeling in de zomer. Een WKO-installatie houdt wel een verplichte aansluiting voor eindgebruikers in.
Nadeel: WKO is niet overal mogelijk of toegestaan vanwege bodemopbouw of grondwaterbescherming. Bovendien zijn de aansluitkosten per woning hoog. WKO’s worden vooral toegepast in nieuwbouw, maar bij een intensieve renovatie kunnen er ook bestaande gebouwen op aangesloten worden.
Houtpalletkachels
Houtpelletkachels werken door de verbranding van korrels van geperste houtsnippers. In een pelletkachel worden die bijna volledig verbrand met een rendement tot 90 procent.
Nadeel: Pelletkachels stoten relatief veel fijnstof uit. Dat maakt deze vorm van verwarming ongeschikt voor toepassing in woonwijken. Voor woningen in het buitengebied kan het een goed alternatief zijn, mits de herkomst van de houtpellets duurzaam is.
Elektrische cv-ketel
Een elektrische cv-ketel werkt zoals de term al aangeeft op elektriciteit. Deze ketel produceert geen koolmonoxide en er is geen rookgaskanaal nodig, zoals bij een cv-ketel op gas.
Nadeel: In veel gevallen is het niet interessant om voor een elektrische cv-ketel te kiezen, omdat het elektriciteitsverbruik vrij hoog kan uitvallen. Alleen wanneer het huis heel goed geïsoleerd is, kan deze optie interessant zijn.
Infraroodpanelen
Infraroodpanelen kunnen worden ingezet voor het verwarmen van een woning. Deze panelen verwarmen niet de lucht, maar een object. Dus bijvoorbeeld een bank of een muur. De opwarming van een huis gaat hierdoor sneller.
Nadeel: Deze techniek is vooral geschikt als bijverwarming of voor het verwarmen van weinig gebruikte ruimtes. Alleen in zeer goed geïsoleerde huizen kan de volledige verwarming van de woning met infraroodpanelen worden gerealiseerd.
Zonnepanelen of zonneboilers
Een duurzame manier om een huis te verwarmen is via een zonneboiler in combinatie met zonnepanelen.
Nadeel: dit gaat vaak om bijverwarming, je kunt niet de hele woning hiermee gasloos maken.
Waterstof
In de Rotterdamse deelgemeente Rozenburg is een proef gestart om huizen te verwarmen met waterstof. Nooit eerder werden woningen met hr-ketels verwarmd op pure waterstof. Bij de verbranding van waterstof komt geen broeikasgas vrij en daarom denken deskundigen dat dit een goed alternatief kan zijn voor aardgas.
Nadeel: het hele idee moet nog verder worden onderzocht. Het is nog niet duidelijk of het werkt. Lang niet iedereen is voorstander van waterstof. Sommige kenners vrezen dat waterstof wordt gezien als een excuus om nog even niet te verduurzamen.
Rioolwarmte
Rioolwarmte of riothermie is nog vrij nieuw. In Goes is in 2018 voor het eerst bij een nieuw woningbouwcomplex van 60 appartementen deze vorm van verwarming toegepast. De huizen hebben rioolbuizen gekregen met ingebouwde warmtewisselaar van roestvastalen platen. De platen dragen hun warmte over aan ingestorte leidingen onderin, waardoor koelvloeistof circuleert.
Nadeel: riothermie is nog vrij nieuw en is in Nederland naast dit project alleen toegepast voor grote warmtevragers als zwembaden. Het is dus afwachten of het werkt voor woningen. Het kan zijn dat op extreem koude winterdagen het riool te weinig warmte levert.
IJsbuffer
Een andere nieuwe manier van verwarmen kan via een ijsbuffer. Dit is een afgesloten betonnen bak met ijs, dat in de zomer het huis afkoelt. Als in de winter het gesmolten ijs weer bevroren wordt, komt warmte vrij, waarmee het huis verwarmd kan worden. Dit systeem komt uit Duitsland en wordt tot nu toe vooral toegepast voor grote complexen zoals ziekenhuizen. Voor woningbouw is het systeem nog nooit toegepast, behalve in een herstructeringswijk in Goes-West.
Nadeel: ook dit systeem is nieuw en nog nauwelijks toegepast in de woningbouw.
Oplossingen & ideeën
Onbetaalbaar, onhaalbaar. Dat is vaak de kritiek die de energietransitie moet verduren. Maar er zijn ook kenners die wél geloven dat gasloos in 2050 mogelijk moet zijn. Ook voor bestaande bouw. Maar dan moet er wel wat veranderen, vinden zij. Cobouw heeft een aantal oplossingen en ideeën op een rij gezet.
- Volgens kenners is de enige manier om versnelling te brengen meer vraagbundeling, integrale concepten voor hele wijken en regio’s. Langzaam ontstaan hierin wat initiatieven. Zo gaan Bouwgroep Dijkstra Draisma, Factory Zero en RC Panels samen een renovatiefabriek oprichten die jaarlijks 25.000 slimme techgevels voor de bestaande woningvoorraad gaat ontwikkelen. Daarmee willen ze de verduurzaming betaalbaar en makkelijker maken.
- Volgens Milieudefensie kan tachtig procent van de Nederlandse woningvoorraad over in 2030 gasloos zijn. Wel moeten er dan nodige zaken veranderen. Denk aan een verlaging van de rente op het hypotheekdeel dat wordt gebruikt voor verduurzaming van de woning, verlaging van de onroerendezaakbelasting voor duurzame huizen. Verder moet werk worden gemaakt van de aanleg van warmtenetten en kunnen gemeenten mensen met een smalle beurs financieel helpen bij verduurzaming. Ook gaat een Co2-belasting helpen met het halen van de doelstellingen, meent Milieudefensie.
- Volgens het EIB moet Nederland niet als een blinde de hele gebouwenvoorraad energieneutraal willen maken. Belangrijker is het volgens directeur Taco van der Hoek of de klimaatdoelen dichterbij komen. Dan valt volgens hen op dat je bij een mix van investeringen een heel eind komt. Als 50 procent van de voorraad in 2050 nog energielabel B is ,dan wordt 208 PJ aan energie bespaard, terwijl er 261 PJ bespaard wordt als alle woningen energieneutraal worden. De kosten zullen in het eerste geval (50 procent energieneutraal) volgens het EIB aanzienlijk lager zijn, 282 miljard euro in plaats van 410 miljard euro.
- Volgens Diederik Samsom (voormalig hoofd van de Klimaattafel Gebouwde Omgeving) gaat het helpen als huiseigenaren door zachte dwang gaan verduurzamen. Het helpt al om de gastarieven met 10 cent te verhogen en de elektriciteitstarieven met 7 cent te verlagen. Dat verandert de energierekening nog nauwelijks, maar is een enorme stimulans om warmtenetten aan te kunnen leggen. Nu de gasprijzen in Nederland door de oorlog in Oekraïne fors aan het stijgen zijn, neemt de vraag naar verduurzaming inderdaad toe.
- Volgens TNO is er een landelijke aanpak nodig om de doelen te halen. Gericht op grote aantallen huizen die in een keer verduurzaamd kunnen worden. Omdat de echt goede oplossingen uitblijven, heeft TNO zelf een plan bedacht. Met de zogenaamde ‘contingentenaanpak’ wordt de opgave volgens de onderzoekers goedkoper, aantrekkelijker én kan het een stuk sneller worden uitgevoerd. Deze aanpak gaat uit van ‘een cluster van gebouwen’ waar dezelfde verduurzamingsoplossing toepasbaar is.