Neerwaartse windbelasting, veel te dunne lassen en corrosie waar niets aan was gedaan. De aanwijzingen wat er fout was gegaan in het stadion in Alkmaar voorafgaand aan de instorting op 10 augustus 2019 stapelden zich vorig najaar op. Heel veel discussie was er niet eens over. Daarvoor waren de vrijgegeven beelden te overtuigend en wezen ze allemaal in dezelfde richting. De rumoerige wordingsgeschiedenis, met een opdrachtgever (DSB), een aannemer (Midreth) en een staalbouwer (Hardstaal) die alle drie al lang en breed failliet waren, completeerden het beeld.
Nadruk op gebruiksfase
Het technisch deel van het onderzoek dat de OVV afgelopen anderhalf jaar uitvoerde, wierp in dat opzicht nauwelijks nieuw licht op de zaak. Anders dan bij bijvoorbeeld de ingestorte parkeergarage in Eindhoven kwamen er daarna niet allerlei andere alternatieve scenario’s naar voren van wat er kon zijn misgegaan. Dat de OVV een belangrijk deel van haar aandacht besteedde aan de gebruiksfase in plaats van de bouwfase was daardoor niet zo verwonderlijk. De kap was immers al meer dan 13 jaar in gebruik en had al die tijd bezoekers beschut tegen regen en sneeuw.
Dat de kap zelf al die tijd een reëel gevaar vormde voor dat onwetende publiek bevestigt de Raad nogmaals in het eerste deel van zijn rapport. Daarin wordt met name de studie van HaskoningDHV nog eens goed tegen het licht gehouden. Veel aandacht is er voor de beruchte knoop, die vorig najaar al fel bekritiseerd werd door de complete staalbouwbranche. “Zo mag je niet ontwerpen”, klonk het eensluidend.
H-profiel
Om de bovenste kokervormige ligger van het spant aan te laten sluiten op de ronde buizen van de vakwerkkolom introduceerde staalconstructeur Romkes destijds een H-profiel, samengesteld uit gelaste platen. Dat is verantwoordelijk voor een ongelukkige krachtenverdeling. Wat elke constructeur op zijn klompen aanvoelt werd door HaskoningDHV bevestigd in een eindige elementenanalyse: de krachten werden vooral via de onder- en bovenkant overgedragen op het profiel en veel minder via de zijkanten. De Raad neemt die conclusies in haar rapport Verborgen Gebreken?
De kopplaat die die krachtsoverdracht moest verzorgen, werd door de staalconstructeur namelijk wat te groot getekend om voldoende lasdikte mogelijk te maken. Dat wil zeggen: hij liet in het midden hoe het staalbedrijf de gewenste lasdikte van een kleine 10 millimeter (namelijk 1,2 x de wanddikte) dan wel moest realiseren. In de praktijk was er rondom maar ruimte voor 5 millimeter, en in veel gevallen nog minder, aangezien de kopplaten in de fabriek van Hardstaal in Lemmer vaak nog net wat groter uitvielen dan op tekening. De onderzoekers van SGS Intron troffen daardoor gemiddeld 6 millimeter lasdikte aan. Twee millimeter minder dus dan de wanddikte van de koker en het H-profiel. Terwijl die juist dikker moet zijn. Er zaten ook nog eens flinke uitschieters naar beneden tussen. Op sommige plekken ontbrak de las helemaal of waren ze onvolledig en waren gasinsluitingen waarneembaar. Broddelwerk kortom.
Contra-expertise
Uit een contra-expertise die de ingenieurs van Arup uitvoerden op het onderzoek van HaskoningDHV stelt het ingenieursbureau vast dat het ontwerp van de knoop niettemin aan de eisen voldeed. Daarin verschilt Arup dus van mening met HaskoningDHV, dat betoogde dat het ontwerp al niet deugde. Maar dat heeft het ingenieursbureau volgens Arup niet aannemelijk kunnen maken.
Misschien was de knoop niet fraai, valt tussen de regels door te lezen, maar het ontwerp, hoe gebrekkig ook, voldeed strikt genomen aan de eisen die toen golden. Het is dus vooral in de uitvoering waar het fout ging. De fouten waren het grootst bij spant 40, waar door de forensisch ingenieurs amper 2 millimeter lasdikte werd aangetroffen. Het was niet voor niets dat spant waar op die winderige zaterdag 10 augustus vorig jaar de instorting begon, bevestigt de Raad de eerdere conclusie van Haskoning. Het spant sleurde zijn twee directe buren en spant 38 mee.
Vervorming
Onderaan de vakwerkliggers van het spant bevond zich een vergelijkbaar detail, waar een koker ook met een kopplaat aansloot op een samengesteld profiel. Dat scheurde een fractie later af, nadat het licht vervormd was door het naar beneden komen van de bovenregel van het spant. De onderzoekers van SGS Intron troffen die vervormingen aan bij de onderregels van alle vier de bezweken spanten.
Terug naar eind 2005, toen de montage van de kap nog volop gaande was. De spanten waren net allemaal in Alkmaar gearriveerd, of Hardstaal werd failliet verklaard. Dat er in de maanden voorafgaand aan het faillissement misschien niet met de meeste aandacht en toewijding is gewerkt, laat zich raden. Het had misschien aanleiding moeten geven tot vragen op de bouwplaats van het AZ-stadion. Temeer aangezien op oudejaarsdag van dat jaar ook nog eens het dak van de Hornbach in Wateringen deels instortte. Dat was neergezet door dezelfde hoofdaannemer, staalbouwer, staalconstructeur en montagebedrijf. Alleen Dirk Scheringa ontbrak in het illustere rijtje.
Geen vragen
Het bezweken dak in Wateringen leidde volgens de onderzoekers van de OVV echter niet tot vragen bij de opdrachtgever of de gemeente. Dat kwam misschien ook omdat daar niet was doorgedrongen dat niet alleen de wateraccumulatie van smeltende sneeuw de boosdoener was. Ook in Wateringen bleken de lassen van de kapspanten al snel veel te dun en vaak slecht uitgevoerd. Maar dat bericht bereikte de bouwers in Alkmaar nooit.
Dat er nooit onderhoud is gepleegd aan het stadion, zoals vorig jaar veel werd rondgebazuind, klopt overigens niet, staat te lezen in het OVV-rapport. Na de tumultueuze beginjaren van het AZ-stadion, waarbij eigenaar DSB bank al snel failliet ging, kwam het bouwwerk in handen van de voetbalclub zelf. Die liet vanwege verbouwingsplannen in 2013 onderzoek doen bij drie spanten naar de ernst van de corrosie. De diepte van de corrosie leek toen minder dan een halve millimeter te zijn en was geen aanleiding om alarm te slaan. Bij spant 40 moet de corrosie toen al aanmerkelijk verder zijn geweest, concludeert de Raad nu, maar dat werd toen niet geïnspecteerd. De verbinding was, als gevolg van eerdere stormen die hem op de proef stelden, waarschijnlijk al deels gescheurd.
Verfbeurt
Na die inspectie werd een meerjarenonderhoudsplanning opgesteld waarin ook een verfbeurt voor de kap was opgenomen. Daarmee werd in 2014 een begin gemaakt en een half jaar later was het schildersbedrijf bij spant 40 aanbeland. Maar dat kreeg dezelfde behandeling als alle spanten daarvoor: het knooppunt werd met de hogedrukspuit schoongespoten, maar de corrosie die tevoorschijn kwam werd niet verwijderd of behandeld. Er werd gewoon over de roest heen geverfd waarna de schilders doorgingen naar het volgende spant.
De schilderbeurt die twee jaar zou duren, was ten tijde van de instorting in 2019 overigens nog altijd niet afgerond vanwege een geschil met de voetbalclub over de kwaliteit van het geleverde werk. Wat precies het punt was waarover de twee partijen ruzieden, wordt verder niet beschreven.
Windbelasting
En die neerwaartse windbelasting? Daarover zullen de constructeurs komende tijd nog wel een robbertje vechten. Hoofdconstructeur Broersma was vorig jaar woedend toen HaskoningDHV berichtte dat er onvoldoende rekening was gehouden met neerwaartse windbelasting. De sneeuwbelasting waar de kap op was uitgerekend, was volgens hem maatgevend en die was veel hoger.
De Onderzoeksraad wijst er niettemin op, dat bij het naar beneden hellende tribunedak de neerwaartse windkracht groter is dan waarmee rekening was gehouden. Maar het hangt er wel sterk vanaf welke norm je erbij pakt bij het ontwerp. Dat zal nog wel even voer zijn voor discussie.
Het was allemaal zichtbaar
De OVV beschrijft het allemaal droog en feitelijk. Zoals het steevast doet in zijn rapporten. Omdat het waarheidsvinding belangrijker vindt dan het aanwijzen van schuldigen. De titel van het verslag is ditmaal bewust dubbelzinnig gekozen: Verborgen Gebreken? Er zit ook niet voor niets een vraagteken in.
Zoals voorzitter Jeroen Dijsselbloem van de OVV vorige week bij de presentatie benadrukte: de problemen van de kap waren zichtbaar. Bij montage, bij oplevering en daarna ook nog ruim tien jaar lang. Je moest een klein beetje verstand van zaken hebben als je naar de kap keek, maar verborgen was het allemaal zeker niet.