Geen snellere sanering vervuilde locatie Oerle
Het ziet er niet naar uit dat de sanering van het verontreinigde terrein in het Veldhovense kerkdorp Oerle, waarop voorheen oliehandel Schippers gevestigd was, zal worden versneld. Dit blijkt uit het antwoord van gedeputeerde staten van Noord-Brabant op vragen van Groen Links over dit miljoenenpo. In het kader van die aanvraag werd een eerste bodemonderzoek verricht, waaruit een lichte tot matige verontreiniging werd vastgesteld. Ondanks een positieve ontwerp-beschikking werd de vergunning uiteindelijk geweigerd. Zowel gemeente als Schippers waren het erover eens dat het bedrijf niet langer paste binnen de woonomgeving van het kerkdorp. Daarop kwamen er onderhandelingen over de verplaatsing van het bedrijf. In de eindfase daarvan vond ook beraad plaats tussen gemeente en provincie in het kader van de Interimwet Bodemsanering (IBS). Dit om te komen tot een verhaalsactie middels beslaglegging. Een en ander gebeurde op basis van een orienterend onderzoek door ingenieursbureau Haskoning. Beslaglegging Omdat het bedrijf geen inzage kreeg in de resultaten daarvan weigerde het eind januari te voldoen aan een ultimatum van de gemeente. Twee weken later volgde -volgens Groen Links voor f. 7miljoen conservatoir beslag op de bezittingen. Op 16 oktober 1989 deed Justitie een inval in het bedrijf wegens het vermoeden van ernstige milieudelicten. Drie jaar later, op 23 september 1992, volgde van de kant van Justitie het bericht dat van milieudelicten geen sprake was. Het feit dat het bedrijf niet over vergunningen beschikte, werd afgedaan met een schikking. Als uitvloeisel van de IBS is in de periode juni 1989 tot november 1990 door Haskoning een nader onderzoek uitgevoerd en in mei 1992 het aanvullend onderzoek. De resultaten van beide studies zijn in een rapport samengevat en in mei dit jaar openbaar gemaakt. Groen Links vond het vreemd dat de resultaten van de twee onderzoeken pas zo laat bekend zijn gemaakt. Volgens GS laat zich dat verklaren uit het feit dat het nader onderzoek bestond uit achtereenvolgens een 1e en 2e fase, een aanvullend nader onderzoek en een tweede aanvullend nader onderzoek: 'Het gaat hier om een complex po dat gefaseerd moest worden uitgevoerd. Elke fase omvatte eigen veldwerk. Het laatste kon eerst in augustus vorig jaar worden afgerond. Lopende het tweede aanvullend nader onderzoek bleek dat de concept-rapportage moest worden uitgebreid met een risico-evaluatie. Daarnaast was het noodzakelijk expliciet onderzoek te verrichten naar de verontreinigingssituatie langs de perceelgrenzen van het terrein.'' Onjuist Overigens ke GS niet aangeven op grond waarvan besloten is tot conservatoir beslag van f. 7 miljoen. Ze wijzen er op dat die beslissing genomen is door de landsadvocaat in opdracht van VROM. Volgens gs is het onjuist uit het bedrag van f. 7 miljoen te concluderen dat de sanering kennelijk nog hoger zal uitvallen. 'De kosten van de sanering zullen worden vastgesteld in het nog uit te voeren saneringsonderzoek', stellen ze vast. Het resultaat van de twee al gepleegde onderzoeken is voor gs geen aanleiding de plaats van dit saneringspo op de bodemsaneringslijst te heroverwegen.