Verlenging economische levensduur maakt gebouwen duurzamer

Verlenging economische levensduur maakt gebouwen duurzamer

Opdrachtgevers en bouwpartijen zijn naarstig op zoek naar goede oplossingen om gebouwen op de meest economische manier duurzame meerwaarde te geven. De vorig jaar gelanceerde GreenScore-systematiek van VBI, producent van prefab systeemvloeren, is een hulpmiddel om daar invulling aan te geven.

Het maatschappelijk besef groeit dat materiaalkeuzes gevolgen hebben voor mens en milieu en dat hergebruik beter is dan vernietiging. Vertaald naar bouw en vastgoed betekent dat dat hoe langer een gebouw meegaat, hoe duurzamer het materiaalgebruik. Maar dat is niet de enige factor die een rol speelt. Een gebouw dat met een geringe milieubelasting wordt gebouwd, maar vervolgens leegstaat omdat het niet voldoet aan de wensen van de gebruiker, is uiteindelijk niet bepaald duurzaam.

De kracht van GreenScore is dat de systematiek circulair bouwen opschaalbaar maakt”

De samenhang tussen al die aspecten heeft VBI tot uitdrukking gebracht in zijn GreenScore-systematiek. In deze nieuwe methodiek voor hergebruik van grondstoffen wordt het borgen ervan verlegd van project- naar procesniveau.

GreenScore helpt

GreenScore van VBI weerspiegelt een brede kijk op duurzame gebouwen. Ontwerpkeuzes en spaarzaam materiaalgebruik zijn hierin leidend. De systematiek kent drie verschillende ontwerpniveaus:

Design for Flexibility (met als uitgangspunt flexibel aanpasbare gebouwen);
Design for Reassembly (draagstructuren zo ontwerpen dat gebouwonderdelen later eenvoudig opnieuw kunnen worden gebruikt );
Design for Recycling (spaarzaam materiaalgebruik en hergebruik van grondstoffen).

Deze duurzaamheidsstappen hebben een groot hefboomeffect in het voorkomen van afval en het verlagen van CO2-emissie.

Het gedachtegoed dat ten grondslag ligt aan het systeem is niet alleen interessant voor de betonbranche en haar afnemers, maar voor de hele bouw. “De kracht van GreenScore is dat de systematiek circulair bouwen opschaalbaar maakt”, zegt adviseur bouwconcepten Peter Musters van VBI. Hij ziet dat de markt hard werkt aan oplossingen om circulaire ambities vorm te geven. VBI komt daaraan tegemoet met GreenScore, maar ook door de bewustwording te vergroten over hoe aannemers een gebouw bijvoorbeeld met producten als kanaalplaten losmaakbaar kunnen bouwen.

kantoor- en laboratoriumgebouw Sensata Technologies in Hengelo
Kantoor- en laboratoriumgebouw Sensata Technologies in Hengelo.

Bouwprojecten kunnen op elk van de drie GreenScore-ontwerpniveaus (flexibility, reassembly en recycling) een score behalen voor de mate van duurzaamheid. Circulaire projecten worden afhankelijk van het aantal scores gewaardeerd met een GreenScore Certificaat Bronze, Silver of Gold. De eerste certificaten reikte VBI in 2019 uit tijdens Building Holland voor uiteenlopende projecten als appartementencomplex De Klomphof in Wierden (Bronze) en kantoor- en laboratoriumgebouw Sensata Technologies in Hengelo (Gold).

Design for Flexibility

Design-for-flexibility

In een snel veranderende wereld veranderen ook de eisen ten aanzien van vastgoed. Eigenaren die al in de ontwerpfase rekening houden met mogelijk nieuwe functies in de toekomst kunnen daarmee de levensduur van hun bezit flink verlengen. Goed voor hun portemonnee, maar ook positief voor het milieu. Op die manier dragen ze immers bij aan het terugdringen van sloopafval en verlagen van de uitstoot van schadelijke stoffen als CO2 en stikstof die verband houden met bouwactiviteiten.

Zo lang mogelijk gebruik kunnen maken van een gebouw, vraagt om flexibel en aanpasbaar bouwen. Flexibiliteit valt af te meten aan kenmerken als vrij indeelbare ruimte, overspanningen, plafondhoogte, draagvermogen en een gevel die makkelijk aangepast kan worden. Deze kenmerken bepalen voor een belangrijk deel of een functieverandering mogelijk is. In het ontwerpproces moet hier al rekening mee worden gehouden. Musters: “Het gaat erom ruimte te bieden aan veranderbaarheid. Design for Flexibility geeft een gebouw toekomstwaarde. In utiliteitsbouw zie je dat al wat vaker, bij woningbouw nog wat minder. Daar valt nog een grotere slag te winnen.” Wat helpt is dat gemeenten in hun ontwikkelingsplannen en tenders inmiddels voorwaarden beginnen te stellen op het gebied van circulariteit.

Aanpasbaar appartementencomplex

Een mooi voorbeeld van doordachte flexibiliteit is toegepast bij appartementencomplex De Klomphof in Wierden, ontworpen door Beltman Architecten in opdracht van Reggewoon. Het gebouw kenmerkt zich door veel glaspartijen en een centrale hal die vier vleugels met elkaar verbindt. Doordat het ontwerp voorafgaand aan de uitvoering al virtueel gebouwd was in 3D kon De Klomphof in korte tijd gebouwd worden door Schutte Bouw uit Zwolle. Gezien de manier waarop het gebouw in elkaar zit vindt architect Jeroen Haverkate van Beltman Architecten de term monteren beter op zijn plaats dan bouwen.

Zo lang mogelijk gebruik kunnen maken van een gebouw, vraagt om flexibel en aanpasbaar bouwen”

Aanpasbaarheid was een belangrijk uitgangspunt voor de woningcorporatie om goed voorbereid te zijn op toekomstige wensen van huurders. Dat is gebeurd door verschillende gebouwonderdelen uitneembaar en verplaatsbaar te maken. In het complex zijn woningscheidende appartementenvloeren van VBI verwerkt. De grote overspanningen – tien meter van gevel naar gevel -  geven veel ontwerpvrijheid. De woningscheidende wanden, uitgevoerd in Metal Stud, zijn verplaatsbaar. Daardoor kunnen appartementen makkelijk groter of kleiner worden gemaakt als dat wenselijk is. In de afbouwfase kon de installatie nog worden gewijzigd omdat de leidingsleuven niet met beton maar met een wegschepbaar materiaal waren gevuld.

Flexibiliteit zit eveneens in de gevels en de balkons. De gevels zijn opgebouwd uit verdiepingshoge gevelelementen, die uitneembaar zijn en op elk willekeurig ander punt te herplaatsen zijn. Ook de balkons kunnen gedemonteerd worden en daarna weer op een andere plek bevestigd worden.

Dit artikel over Design for Flexibility is het eerste deel van een drieluik over de GreenScore-systematiek van VBI. In de volgende delen komen de andere twee ontwerpniveaus aan bod: Design for Reassembly en Design for Recycling.

Dit artikel is gesponsord door VBI.


Van op naar in de stoep: AEC-granulaat als duurzame grondstof 

Van op naar in de stoep: AEC-granulaat als duurzame grondstof

Van je 'grijze afval' naar een stoeptegel. Een musthave met het oog op de circulaire economie, zou je denken. Maar er zijn ook aarzelingen bij het gebruik van nieuwe grondstoffen die afkomstig zijn van afval. Hoe geven we het dan toch waarde?

Op weg naar een watertransitie in de bouwsector  

Op weg naar een watertransitie in de bouwsector

Als het aan partners Waterzaak en GEP ligt, volgen we het voorbeeld van onze zuiderburen. In België is regenwater opvangen al meer dan 20 jaar de norm. In Nederland lopen wij flink achter. En dat terwijl de Waterwet uit 2009 stelt dat we regenwater moeten opvangen.

Gerhard Hospers

Greenworks: duurzaamheidslabel én kennispartner voor de bouw

De ideale comaker en kennispartner bij bouwprojecten: dat is Greenworks - het duurzaamheidslabel voor bouw- en installatiematerialen - in een notendop. Greenworks is onderdeel van BMN Groep, de grootste bouwmaterialenhandel in Nederland. Omdat circulair en biobased bouwen anno 2024 de norm is, manifesteert BMN Groep zich met Greenworks meer en meer als adviseur die de klant van a tot z ontzorgt, zegt Gerhard Hospers, manager ESG/Greenworks bij BMN Groep.

Foto: Shutterstock

Weinig vermindering CO2-uitstoot én weinig plannen daartoe in de bouwsector

De CO2-uitstoot van de bouwsector neemt nauwelijks af. Bovendien ontbreken concrete doelstellingen en plannen. Opvallend is dat de bouwmaterialenindustrie al wel het reductiedoel voor 2030 heeft bereikt.