“Het begint allemaal met het opdelen van een gebouw in brandcompartimenten. Dat gebeurt met wanden. Die moeten ervoor zorgen dat de gevolgen van een brand binnen de perken blijven. En de verschillende eisen aan de wanden, gelden natuurlijk ook voor de deuren.” Aan het woord is Gert van den Berg, adviseur brandveiligheid en bouwtechnologie van adviesbureau DGMR.
Bouwbesluit
Voor de eisen die aan brandcompartimenten worden gesteld, verwijst hij naar het Bouwbesluit. Daarin is te vinden in welke gevallen brandcompartimenten vereist zijn en hoe groot die maximaal mogen zijn. Voor de weerstand tegen brand van de compartimentswanden worden drie waarden voor de WBDBO (Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag) gehanteerd: 20, 30 en 60 minuten. Voor bedrijven of instellingen zijn er deuren met een hogere brandwerendheid van 90 of 120 minuten.
De waarde van de WBDBO verschilt volgens het Bouwbesluit voor nieuwbouw en bestaande bouw. Daarnaast is de waarde afhankelijk van de functie van de compartimenten in het gebouw. Van den Berg vult hierbij aan dat brandwerende deuren niet alleen tot doel hebben om levens te redden, zoals in het Bouwbesluit vermeld. Met name de deuren met een hogere brandwerendheid worden toegepast om schade te beperken in verband met de verzekering.
Controlepunten
Voor aanvullende informatie over montage en onderhoud van brandwerende deuren verwijst Van den Berg naar het boekje ‘De Essentiële Bouwkundige Controlepunten’. Dat is een uitgave van de Vereniging BBN (Brandveilig Bouwen Nederland). Het gaat over het gedrag van diverse bouwmaterialen bij brand, over brandwerende constructies, brandcompartimenten en brandwerende deuren. Het eerste hoofdstuk wijst erop dat brandwerende deuren en kozijnen samen moeten zijn getest. Ze mogen niet groter zijn dan de geteste versie en de deuren moeten zelfsluitend zijn. Na plaatsing mogen geen veranderingen worden aangebracht.
Twee soorten deuren
Het BBN-boekje onderscheidt twee soorten brandwerende deuren: voetgangersdeuren en industriële branddeuren. Beide soorten zijn er in diverse uitvoeringen. Veel toegepaste voetgangersdeuren zijn de deuren met scharnieren aan de zijkant, al zijn er ook die als schuifdeur zijn uitgevoerd.
Bij de industriële branddeuren zijn er verschillende uitvoeringen, zoals schuifdeuren, roldeuren en overheaddeuren. De aanduiding ‘industriële deuren’ wil overigens niet zeggen dat de deuren alleen bedoeld zijn voor de industrie. Ze worden ook toegepast in onder meer kantoren, scholen en ziekenhuizen. Wel zijn de deuren er in verschillende uitvoeringen. Zo moeten de deuren voor een operatiekamer de deuropening hermetisch afsluiten om besmettingen te voorkomen. En voor een theater moeten de deuren geluiddicht zijn. Dit vraagt om speciale uitvoeringen van de brandwerende deur omdat er verschillende eigenschappen gecombineerd moeten worden.
Voor de ‘industriële’ deuren zijn de meeste controlepunten van toepassing tijdens de montage. Daarna is het van belang om de deuren regelmatig te testen en om periodiek professioneel onderhoud te laten uitvoeren om de bedrijfszekerheid in geval van brand te garanderen.
Voor alle typen brandwerende deuren geldt dat ze gesloten zijn als er brand uitbreekt. Voor scharnierende voetgangersdeuren kan dat gebeuren door de deuren zelfsluitend uit te voeren door middel van een deurdranger. De industriële deuren kunnen wel open blijven staan als ze voorzien zijn van een aansturing door brandmelders.
Nieuwe ontwikkelingen
Uiteraard volgt Van den Berg alle ontwikkelingen die zich op zijn vakgebied voordoen. Zo signaleert hij een toenemend gebruik van kunststoffen. Bijvoorbeeld als kantafwerking van houten deuren om te zorgen voor een perfecte aansluiting op het kozijn en om beschadiging te voorkomen. Ook zijn er kunststof kozijnen voorzien van vast glas, deuren en/of ramen. Ze zijn in diverse varianten met succes getest op brandwerendheid. Waarbij dan wel wat extra voorzieningen nodig zijn.
Betrekkelijk nieuw is de toepassing van speciale doeksoorten met brandwerende eigenschappen. Hiermee worden tegenwoordig rolschermen gemaakt, die zijn getest op vlamdichtheid (E), temperatuur (EI) en/of warmtestraling (EW). Een aandachtspunt bij dit soort rolschermen is het vluchten bij brand. Een naar beneden uitgerold scherm kan bij brand niet even worden opgetild om het te passeren. Dat vraagt om vluchtroutes met brandwerende deuren, die wél eenvoudig zijn te openen.
Iets anders dat om aandacht vraagt, is de aanwezigheid van (lucht)drukverschillen. Boven bepaalde waarden kunnen die tot gevolg hebben dat het scherm niet goed dichtgaat. De overgang van nationale regelgeving naar Europese regelgeving, die op het ogenblik gaande is, kan bij verdere productontwikkelingen een positieve invloed hebben en geeft een betere waarborg op de geclaimde brandwerendheid. Zo zijn er al diverse ‘brand’-producten die een eigen CE-markering hebben. Voor brandwerende deuren loopt de overgangstermijn.
Vanaf 1 november 2019 moeten ook brandwerende deuren voldoen aan uniforme Europese voorschriften. Hierbij gaat het in eerste instantie om de toepassing in de buitengevel. De binnendeuren zullen spoedig hierna volgen.
Hoofdafbeelding: Een voetgangersdeur gebruikt in een jongerencentrum in Amsterdam. Foto: MHB