Premier Wilders in de bouw

'Hij zegt het dan toch maar

Onbewust onbekwaam

Als je denkt dat je je vak volledig beheerst, heb je de beperkte grenzen van je vak gezien

De looproute van de zuster

Mijn vrouw komt regelmatig op bezoek bij ouderen, die in de herfst van hun leven verblijven in een woon-zorgvoorziening

Het moest verboden worden

Het is net als met Autodrop. Het is lekker en je voelt je er comfortabel bij. Dat geldt ook voor ict-programma's waarmee het eigen bedrijfsproces wordt verbeterd. Als dat goed uitpakt, is dat vooral goed voor het eigen bedrijf. Bij ict-investeringen kun je niet voorbij gaan aan het inzicht dat elk bedrijf deel uitmaakt van

VNG laat straatmaker in kou staan

Rokers worden met de slogan 'Roken is dodelijk' nadrukkelijk gewezen op de gevolgen van riskant gedrag. Ook in andere verbanden wordt een maatschap­pelijke zorgplicht algemeen aanvaard, maar dat geldt kennelijk niet voor gemeenten. Piet Oskam las de rapportage van de Arbeidsinspectie.

Integriteit is te koop

Kopen en verkopen. Dat doen we met goederen en diensten, die nuttig zijn en waarvoor we iets over hebben. De hoogte van de prijs heeft te maken met tal van factoren en is soms afhankelijk van de waarde van een product of dienst. Zo is de prijs van frisdrank of kroket tijdens een vakbeurs veel

Geen boodschap aan Den Haag

Wat is uw boodschap aan Den Haag?, luidde de vraag van debatleider Kees Mijnten aan het eind van het executive diner, dat VNU Exhibitions Services onlangs hield voor de exposanten van Bouw 0x26 ICT 2009. De zestig aanwezige bouwdirecteuren hadden zich tijdens het driegangen menu intensief beziggehouden met thema's als samenwerking, ketenintegratie en duurzaamheid. Twee

Lokaal onbehagen

Op woensdag 3 maart 2010 worden weer gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Serieuze politieke partijen zijn nu al bezig met de ontwikkeling van een verkiezingsprogramma. Dat is een uitgelezen moment om invloed te hebben op de ruimtelijke ontwikkelingen in de eigen woonplaats en omgeving. Niets staat bouwers en ontwikkelaars in de weg om actief mee te denken over

Noem het geen utiliteit

Het gebruik van het begrip utiliteit is in de bouw wijdverbreid. Traditioneel wordt de bouwsector ingedeeld in een tweetal categorieën, namelijk die van de burgerlijke- en utiliteitsbouw (b0x26u) en die van de grond-, weg- en waterbouw (gww). De vraag is of deze sectorale indeling anno 2009 nog volstaat, na alle mogelijke en denkbare innovaties van

Uitvoeringsbureau, hoe zo?

Het gaat veel geld kosten. Heel veel geld, zo sprak dr. Jan Terlouw over de omvang van de plannen van zijn Platform Energietransitie Gebouwde Omgeving (PEGO). De gevierde kinderboekenschrijver en oud-minister zet zich met zijn bestuurlijk talent in voor een energiezuinige gebouwde omgeving. Het streven van het PEGO is erop gericht dat in 2020 alleen nog maar energieneutraal wordt gebouwd. In 2030 dient het energiegebruik in de bestaande bouw gehalveerd te zijn. Hele nobele doelstellingen, waarvoor het PEGO geen exclusiviteit kan claimen. Al vele architecten, bouwers, projectontwikkelaars, installateurs, corporaties en andere marktpartijen zijn al jaren drukdoende om de energieprestaties van woningen, kantoren en andere gebouwen aanzienlijk te verbeteren. Er zijn inmiddels ook goede vorderingen mee gemaakt. PEGO ziet zichzelf graag als aanjager en startmotor voor vernieuwingen, die moeten leiden tot de beoogde energiezuinige gebouwde omgeving. Voor de financiering van die rol legt PEGO een belangrijke claim neer bij de overheid. In de innovatieagenda Energie van de ministers van Economische Zaken, Wonen, Wijken en Integratie en VROM is voorzien in een bijdrage van 438 miljoen euro voor energie-innovatie. Daarmee wordt de ontwikkeling in gang gezet van een breed front aan activiteiten. Ongeveer de helft van dat geld komt ten goede aan de energietransitie, een energiedenktank van wetenschappers, bestuurders uit het bedrijfsleven en milieuorganisaties. Die denktank adviseert het kabinet hoe de ontwikkeling van duurzame energietechnologieën het best kan worden aangepakt. Daarvoor zijn zeven aandachtsgebieden aangewezen, waaronder dat van de gebouwde omgeving. Voor dat aandachtsgebied is 30 miljoen euro beschikbaar. Heel veel geld dus, waarmee PEGO de voorgestane aanjaagrol ruim kan financieren. Nadat dit budget beschikbaar kwam, is vanuit PEGO een programma ontwikkeld voor de besteding ervan. Er is gekozen voor drie lijnen op verschillende schaalniveaus. Er worden nieuwe technologieën en gebouwconcepten en bouwprocessen ontwikkeld onder het motto 'denken'. Die ontwikkelde concepten worden in de praktijk gebracht onder het motto 'doen'. Succesvolle concepten worden overgedragen en verspreid onder het motto 'opschalen'. Om al deze activiteiten goed te laten verlopen, wordt een Uitvoeringsbureau Innovatie in de Bouw voorgesteld. Verschillende marktpartijen dragen een steentje bij, terwijl de overheid in het leeuwendeel van de financiering voorziet. PEGO gaat met deze top down benadering geheel voorbij aan alle ambitieuze en vooruitstrevende plannen en activiteiten, die vele marktpartijen al aan de dag leggen. Het PEGO-plan is sterk gekleurd door een overheidsgedreven benadering, terwijl iedereen weet dat juist marktpartijen voor een echte doorbraak zorgen. Vooruitstrevende architecten, bouwers en ontwikkelaars zullen zich niet bemoedigd voelen door de wetenschap dat een 'Uitvoeringsbureau Innovatie in de Bouw' met een grote zak overheidsgeld de marktwerking gaat verstoren. Het voorgestelde PEGO-programma heeft een sterk theoretisch karakter en het beoogde 'Uitvoeringsbureau Innovatie in de Bouw' is de zoveelste poging om langs bureaucratische weg de bouwsector te veranderen. Eerdere pogingen hebben laten zien dat dit een heilloze weg is. De kwartiermakers van PEGO hebben vele marktpartijen geconsulteerd en zich daarmee het gewenste jargon eigen gemaakt. Zij spreken op een theoretisch niveau over de vraagstukken, waarmee de bouwbranche worstelt, zonder de praktijk te kennen. De terminologie is herkenbaar, het programma is theoretisch in orde, maar een van bovenaf geregisseerde transitie zal niet het gewenste effect hebben. Voor de overheid ligt er een enorme uitdaging om vooral in haar opdrachtgevende rol uiting te geven aan de wens naar meer duurzaamheid. Er is bij architecten, bouwers en installateurs voldoende talent aanwezig om verdergaande ambities waar te maken. Het realiseren van een energiezuinige gebouwde omgeving behoeft niet veel geld te kosten, maar kan juist veel geld opleveren. De betrokken ministeries hebben externe consultants ingehuurd, die de overheid op het verkeerde been hebben gezet. Er wordt over bestaande initiatieven op het gebied van innovatie en duurzaamheid heengewalst en er wordt een zoveelste bureau opgetuigd, dat eerder energieverslindend dan energiebesparend zal werken. Het is niet te verwachten dat de overheid dit heilloze spoor nog zal verlaten. De voor het PEGO-plan benodigde pegels zijn al gebudgetteerd. Het zal ongetwijfeld veel, heel veel geld gaan kosten, waarmee de door PEGO-voorman Terlouw uitgesproken verwachting wordt waargemaakt. Als er in 2020 alleen nog maar energieneutraal wordt gebouwd, zal dit eerder ondanks dan dankzij het door PEGO voorgestelde 'Uitvoeringsbureau Innovatie Bouw' zijn gebeurd.