Madeline Buijs
sectoreconoom Bouw Economisch Bureau ABN AMRO
sectoreconoom Bouw Economisch Bureau ABN AMRO
Het nieuwe normaal is een term die veel discussie oplevert, misschien is het daarom beter om van het tijdelijke nieuwe normaal te spreken. Toen ik de Bouwmonitor van augustus las, riepen de resultaten bij mij namelijk al snel de vraag op: "Is dit het tijdelijke nieuwe normaal voor de bouwsector?"
Nu uit de Bouwmonitor van juli blijkt dat de eerste stofwolken van het coronavirus in de bouw zijn opgetrokken, komen andere problemen weer voor het voetlicht, ziet Madeline Buijs, sectoreconoom Bouw en Vastgoed van ABN AMRO Bank.
In de jaarlijkse publicatie Staat van de Woningmarkt van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van afgelopen november gaat uiteraard veel aandacht uit naar de negatieve gevolgen van de stikstofcrisis op de nieuwbouw van woningen. Uit andere cijfers van het ministerie blijkt dat nog veel meer hordes moeten worden genomen om het structurele woningtekort op te lossen.
Nu we weer wat verkoeling hebben na de hittegolf, is het een goed moment om eens stil te staan bij een andere kant van de woningmarkt en de woningbouw. Dus iets anders dan de veelbesproken vragen als hoe om te gaan met de oververhitte huizenmarkt, wat het beste moment is om te kopen of te verkopen, wat de invloed is van buitenlandse beleggers op de hoogte van de huren en hoe we zoveel mogelijk kunnen bijbouwen.
Vorige week is de Nationale Woonagenda ondertekend door minister Ollongren van Binnenlandse Zaken. Daarin zijn verschillende maatregelen opgenomen om de woningmarkt vlot te trekken. De meest in het oog springende is het aanjagen van de nieuwbouw van woningen. Tot 2025 komen er 75.000 nieuwe woningen per jaar bij om de tekorten op de woningmarkt aan te pakken.
Zomaar wat berichten in Cobouw de afgelopen weken: het verbouwen van de voormalige gevangenis Noordsingel in Rotterdam tot woningcomplex gaat niet door omdat bouwer BAM geen capaciteit heeft. Bouwgroep Moonen vraagt het faillissement aan omdat de bouwkosten zo hard opliepen dat het bedrijf in financiële nood is gekomen. En een groot woningbouwproject in Amsterdam-Noord komt niet van de grond omdat de kosten te hoog worden.
Ik maak deze maand een uitstapje van de woningbouw naar de utiliteitsbouw. Waarom? Het leek me goed om me te verdiepen in de verduurzaming van kantoren die nu wettelijk geregeld is en het effect daarvan op utiliteitsbouwers die zich met renovatie bezighouden.
De nieuwbouwmarkt voor woningen is niet uit het nieuws te slaan. 2017 was een goed jaar voor projectontwikkelaars. Er werden 26.430 nieuwe koopwoningen verkocht; ruim 10% meer dan in 2016. Een respectabel aantal, want alleen in de jaren 1997-2000 en 2005-2007 werden er meer nieuwe koopwoningen verkocht.
Je zal als bouwvakker maar tijdens de crisis zijn ontslagen. Net als vele anderen. Dan is het toch moeilijk om nu te horen dat er een tekort aan bouwvakkers is en dat de bouwbedrijven klagen dat ze minder hard kunnen groeien omdat er niet voldoende personeel is om al het werk aan te kunnen.
Toen ik in de jaren '90 in de buurt van Eindhoven woonde, was industrieterrein Strijp-S nog verboden terrein. Philips maakte hier toen onder andere haar televisies. Geen groter contrast met het Strijp-S van nu, je kunt er wonen en winkelen. Een mooi voorbeeld hoe Eindhoven met de transformatie van gebouwen naar woningen omgaat. Niet verrassend was Eindhoven in 2016 kampioen transformeren. 785 woningen werden gecreëerd door middel van transformatie, bijna 10% van het totaal aantal transformaties. Na Eindhoven volgden Amsterdam en Den Haag. Zo proberen de grote steden aan de woningvraag te voldoen.