Dat blijkt uit de kwartaalupdate van Cobouw, waarin de opvallendste marktontwikkelingen in de bouw over het eerste kwartaal van 2022 worden beschreven.
Grote bouwers als VolkerWessels en Van Wijnen vrezen dat klanten zullen aarzelen met het verstrekken van opdrachten, omdat onzeker is hoe de kosten zich zullen ontwikkelen. Zelf aarzelen bouwers ook meer bij inschrijvingen.
De prijzen voor energie-intensieve producten als staal en bakstenen rijzen de pan uit en de beschikbaarheid ervan is een probleem.
Grotere projecten
De oorlog is echter voorlopig nog niet in de omzet- en productiecijfers terug te zien. De corona-epidemie wel. De sector blijkt nog niet helemaal opgekrabbeld. Over heel 2021 werd weliswaar 2,4 procent meer geproduceerd dan in 2020. Maar het CBS telde in het eerste kwartaal van 2020, dus vlak voor de epidemie, de grootste bouwproductie ooit. De kwartalen daarna waren alle minder. Kortom, de groei van de laatste kwartalen kan het verlies van de coronamaanden nog niet goedmaken.
De flink gestegen omzet kan de situatie in de bouw nog wat verbloemen. De opbrengsten stegen vorig jaar met 8 procent. Dat is vooral te danken aan de burgerlijke en utiliteitsbouw en de gespecialiseerde bouw (onderaannemers en toeleveranciers), die met 10 procent groeiden. De infrabouw stonden stil (+0,1 procent groei). Bedrijven die groeiden, zeggen dit te danken hebben aan meer en grotere projecten, blijkt uit de Bouwmonitor van februari.
Personeelstekort
De infrabouw sukkelt al een aantal jaar vanwege het stikstofarrest in 2019. Vooral middelgrote gww-bedrijven krijgen klappen.
Woningbouwers lukt het nog niet om meer nieuwbouwwoningen op te leveren. Dat zit er ook voorlopig niet in, maakt onderzoek van Cobouw duidelijk. De komende jaren is er gewoonweg te weinig personeel.