Dat blijkt uit de Cobouw50, de ranglijst van de vijftig grootste bouwondernemingen van ons land.
Maar liefst zes bouwers in de lijst slaagden er vorig jaar in om een winstmarge van meer dan 10 procent te behalen. En alsof dat nog niet genoeg is: 19 aannemers behaalden een marge van 5 procent of meer. Ook dat gebeurde nog niet eerder in de ruim tien jaar dat Cobouw en accountantsbureau PwC de Cobouw50 jaarlijks samenstellen.
ABB Bouwgroep spande in positieve zin de kroon, met een winstmarge van 16,8 procent. Maar ook Van Wanrooij Bouw en Ontwikkeling deed het bijzonder goed met een rendement van 15,4 procent. Ten Brinke Group (12,4 procent), G. Tijhuis Holding (12,1 procent), Bouwgroep Dijkstra Draisma (12,1 procent) en KlokHolding (10,8 procent) complementeren het zestal bedrijven met een marge in dubbele cijfers.
Slechts zes bouwers zagen hun marge onder de 1 procent duiken: M.J. de Nijs, Mourik, UBA Holding, BAM, Boskalis en Hurks. Drie van hen schreven rode cijfers: Hurks, Boskalis en BAM. Het verlies van het drietal samen bedroeg bijna 225 miljoen euro. Dat bleef niet zonder gevolgen voor de gemiddelde winstmarge van de top50. Die daalde van 2,6 naar 2,1 procent.
Winstdaling
De vijftig koplopers waren samen goed voor een nettowinst van 735 miljoen euro. Dat is 20 procent minder dan in het jaar ervoor. In totaal boekten achttien bedrijven een winstdaling. Daartegenover staan 32 ondernemingen met een winststijging. Ballast Nedam deed het op dat vlak het beste. De Nieuwegeinse aannemer sloot 2020 af met een winstgroei van 143 procent. Daarmee bleef het UBA, dat 140 procent meer winst behaalde, net voor. Hendriks (winstgroei van 129 procent), De Vries en Verburg (114 procent) en Van Wanrooij (95 procent) presteerden eveneens bovengemiddeld.
De totale omzet van de grootste bouwers kwam uit op 34,9 miljard. Dat is een fractie minder dan het jaar ervoor. Daarbij moet wel worden aangetekend dat dit jaar Strukton ontbreekt. Bij het opstellen van de lijst had Strukton zijn jaarrekening over 2020 nog niet gepubliceerd. Het bedrijf is doorgaans goed voor een omzet van rond de 1,8 miljard en daarmee een top 10-bouwer.
Dertig bouwers slaagden erin om hun omzet op te voeren. In 16 gevallen kwam die stijging boven de 10 procent uit. De grootste groeier was Bot Bouwgroep, met een toename van 36 procent, gevolgd door Van Wanrooij (35 procent) en De Nijs (28 procent). Ook KBK Beheer (25,6 procent) en UBA Holding (24,8 procent) behaalden een bovengemiddelde omzetstijging in het afgelopen jaar.
Veel minder verging het Vastbouw, dat met een daling van 38 procent de meeste omzet inleverde van allemaal. Ook Jorritsma (-32 procent) en Hurks (-28 procent) behoorden tot de bouwbedrijven met de grootste omzetdaling in de top50.
Sprong
Nieuw in de Cobouw50 van dit jaar zijn Hendriks Bouw en Ontwikkeling, UBA Holding, Bot Bouwgroep en Constructif. Hendriks wist vooral omzet te winnen door de samenvoeging met Hendriks Coppelmans. UBA kwam in de lijst door een omzetstijging van bijna 25 procent. Beide bouwers maakten in het verleden al eens eerder deel uit van de top 50. Dat geldt niet voor Bot Bouwgroep en Constructif. Zij maken dit jaar hun debuut. De grootste sprong op de ranglijst maakte KBK Beheer. De Volendammers klommen van plek 50 naar plek 40.
Vergeleken met vorig jaar ontbreken vier ondernemingen: Strukton, Bouwen met Visie, Baggerbedrijf De Boer en Biggelaar Groep. De laatste twee behaalden onvoldoende omzet om de top50 te halen. De eerste twee ontbreken vanwege het niet tijdig publiceren van de jaarrekening.