Zodra hij de ruimte binnenstapt weet hij alle ogen op hem gericht. Niet zo gek ook, want met zijn bijna 2 meter lengte, brede borst en schouders in een nauw sluitend donkerblauw pak met daaronder een smetteloos overhemd en zijn lange dreadlocks in een paardenstaart is Melvin Hoost een opvallende verschijning.
Net als zijn neef, viervoudig K1-wereldkampioen Ernesto Hoost, kickbokst Hoost al sinds zijn jeugd. En die vechtersmentaliteit bracht hem naar eigen zeggen waar hij nu staat: directeur van een eigen bedrijf ‘De opzichter’. “Ik heb er echt voor moeten knokken. En volhouden. Want het was echt niet altijd makkelijk. Een lijdensweg: eerst 2 jaar studeren, daarna nog eens 2 jaar, toen 3 jaar en daarna nog eens 4 jaar bouwtechnische bedrijfskunde. Maar door die lijdensweg kan niemand mij nog iets wijsmaken.”
'Kijk! Dat heb ik gemaakt'
Hoost kwam min of meer toevallig in de bouw terecht. “Eigenlijk wilde ik automonteur worden. Net als een oom van me. Maar toen was er een conciërge op school die tegen me zei: ‘Mel, in de zomervakantie heb ik een klusje voor je. We gaan de school renoveren en je krijgt er vijf gulden per uur voor. Dus ik die hele zomer met isolatiemateriaal en hout in de weer. En ik vond het fantastisch! Kon aan iedereen laten zien ‘Kijk, dat heb ik gemaakt’. Ik zat toen in de tweede klas en moest een keuze maken. En na mijn eindexamen heb ik geen vakantie genomen, maar ben ik direct doorgegaan met een volgende opleiding. En meteen aan de slag bij een aannemer.”
Hoost was 16 en begon als primaire timmerman. Ondertussen is hij 30 en mag hij zich ingenieur noemen. En directeur van zijn eigen bedrijf dus. “Ik heb letterlijk met mijn eigen handen alle constructies die je kunt bedenken gemaakt. Als timmerman heb ik veelzijdig mogen werken. Eerst in de Zaanstreek in de molenbouw, vervolgens bij een bouw- en onderhoudsbedrijf.
Opzichter
“Op een dag liep ik op de bouwplaats rond toen er een man in een grote auto kwam aanrijden. Ik dacht ‘Wie is dat?’ en ik vroeg naar zijn functie. Toen zei die man ‘ik ben opzichter.’ ‘Opzichter?’ zei ik. ‘Wat houdt dat in dan? Kun je me daar eens wat meer over vertellen?’ Hij antwoordde dat dat niet zoveel zin had omdat ik dat toch niet zou kunnen worden. Nou, zoiets moet je net tegen mij zeggen.”
Hoost vervolgt. “Want Melvin is Melvin en die houdt wel van een partijtje. Van een uitdaging. Dus daarna heb ik alle vervolgstudies gedaan. Eerst Bouwtalent: vier dagen praktijk bij woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars, één dag naar school. In die tijd wist ik al dat ik ooit voor mezelf zou beginnen. En de naam wist ik ook: De Opzichter. Niet aan de aannemers-kant, maar aan de kant van de opdrachtgever.”
'Ik heb 72 hotels gezien'
Na zijn studie kwam Hoost terecht op de facilitaire afdeling van hotelketen Fletcher Hotels. “Ik ben afgestudeerd op de leisure sector. Ben eerst voor mezelf begonnen en heb wat klussen gedaan in de wereld van kantoortransformaties. Tot ik een baan kreeg bij Fletcher. Daar nam oud eigenaar/directeur Chris Luken me onder zijn hoede.
Hij heeft me in drie jaar opgeleid tot horeca specialist. In die drie jaar heb ik 72 hotels gezien, van klooster tot ronde toren aan de A2 en van kasteel tot hutje op de hei, alle variaties die je je maar kunt voorstellen. Op de facilitaire afdeling was ik het aanspreekpunt voor alle bouwprojecten. Dan heb je het over onderhoud, nieuwbouw, brandveiligheid, renovatie, alles. In totaal meer dan 50 verschillende klussen. Toen Luken alle hotels verkocht heb ik besloten ook de stap te wagen en voor mezelf te beginnen. Mijn leermeester stopte en dat was de geboorte van mijn eigen bedrijf: De Opzichter.”
Integrale samenwerking
Hoost slaat een brug tussen horeca en de bouw. Want die begrijpen elkaar totaal niet omdat ze niet dezelfde taal praten. Waardoor onbegrip ontstaat wat vervelend is tijdens het proces. Dat leidt tot gigantische faalkosten. Op alle terreinen. Of het nu om een nieuwbouwproject van een hotel of een wat eenvoudiger verbouwing van een bar of restaurant gaat: doordat horecamensen en aannemers niet dezelfde taal spreken gaat er van alles mis. En dat kost bakken met geld. “Ik heb fouten gezien, dat wil je niet weten.” Details die niet kloppen, aansluitingen op de verkeerde plaats of koks die veel te ver moeten lopen met verse producten. Met De Opzichter spring ik in dat gat. Wij zijn de enige horecaspecialist met een totaalaanpak in de bouwbegeleiding. Want ik begrijp zowel horeca als bouw. Weet hoe je een hotel moet bouwen die voldoet aan de wensen en eisen van een hotelier.” Hoost werkt bij al zijn projecten samen met een chef die weet hoe een keuken ingericht moet zijn, een hotelier die alles weet van vergaderzalen, housekeeping en backoffice, een interieurdesigner die alles in 3D visualiseert , met opzichters die controleren of aan het totale wensenpakket wordt voldaan en een BIM moduleur die bij nieuwbouwprojecten nauw samenwerkt met de interieurdesigner. Bovendien wordt bij ieder project een brandpreventie specialist ingeschakeld die weet wat wel en niet mag en kan. Hoost: “Ikzelf ben de projectmanager en heb de regie. Ben het enige aanspreekpunt. Dat is belangrijk, want zo ontstaat er geen ruis.”
Saamhorigheid
Hij laat ook niet zomaar iedereen aan zijn projecten werken. “Een aannemer kan wel zeggen dat hij vier goede gasten meeneemt, maar ik wil ze eerst zien. Weten met wie we die klus gaan doen. Ik wil ze zien werken op een ander werk. Je moet saamhorigheid kunnen creëren. Iedereen die voor mij werkt, of die voor mijn opdrachtgever werkt, maak ik belangrijk. Omdat ik al die facetten van de bouw ken. Ik weet hoe het is om een timmerman te zijn waar niemand naar omkeek. Ik ga met al mijn mensen lunchen, praat met ze. Door mijn ervaring kan ik met zowel de sloper, de timmerman of de directeur praten. Het gaat echt om mensen belangrijk maken. Wie heb ik daar lopen en wie kunnen zich gedragen? In de horeca kun je niet met je vieze poten op tafel een broodje weg kauwen terwijl aan een ander tafeltje mensen voor 150 euro zitten te lunchen.”
Opvoeden
Hoost richt zich met De Opzichter uitdrukkelijk op de horeca. Die moeten hem weten te vinden. Daarom maakte hij een animatiefilmpje dat in anderhalve minuut in jip-en-janneke-taal uitlegt wat De Opzichter doet. Maar zodra Hoost aan boord is voedt hij meteen de aannemer op. “Dat is echt nodig. Want bouwbedrijven doen de horeca er vaak maar een beetje bij. Ze zijn bezig met woningbouw, met utiliteit, met zorg, etc. Terwijl de horeca echt een andere tak van sport is. In de horeca bestaan geen klanten, daar heb je het over gasten. En die behandel je net even anders. Dat moet een aannemer die een verbouwing aan een hotel uitvoert ook weten.”
De jonge ondernemer weet dat hij met De Opzichter toegevoegde waarde biedt. “Horeca is echt booming. Er is veel geld te verdienen voor aannemers. Maar er gaat nog zoveel mis. Neem nu beschadigingen in hotels doordat housekeeping overal met die waskarretjes tegenaan botst. Een hotel moet echt hufterproof zijn. En als aannemer moet je weten hoe je bijvoorbeeld de housekeeping faciliteert zodat ze niet langer dan 15 tot 20 minuten over het schoonmaken van een kamer doen. Duurt het langer dan gaat dat fors in de papieren lopen voor de hotelier. Dan moet je dus wel weten wat je doet. Ik weet dat.”