Het tekort aan bouwkundigen is tweeledig. Ten eerste is er sprake van een vergrijzing. Kundig personeel stroomt uit, simpelweg doordat men met pensioen gaat. Daarnaast is er een lage instroom van jonge schoolverlaters. Combineer die twee factoren en je hebt al snel een probleem op de arbeidsmarkt. Het is een uitdaging om jongeren te enthousiasmeren voor de bouw. Streefkerk licht toe: “Vaak moet je op je zestiende al een keuze maken over je toekomst. Als je vader op dat moment bij een bank werkt, is het vanzelfsprekender dat jij ook zoiets gaat doen. Uiteindelijk kom je er dan nooit achter wat de bouw allemaal te bieden heeft.”
De keuze die je op je zestiende maakt, bepaalt vervolgens vaak de rest van je carrière. En dat is precies waar Streefkerk met Bureau Vakwerk op inspeelt. Hij komt regelmatig mensen tegen die er op latere leeftijd achter zijn gekomen dat ze in de bouw willen werken. Waar ze dan tegenaan lopen is dat ze niet de juiste papieren hebben. Mensen met potentie worden dus afgewezen. “Zonde en onnodig”, vindt Streefkerk. Inmiddels werkt hij al 15 jaar succesvol aan een oplossing voor dit probleem.
De oplossing: beroepsopleiding in de techniek
Bureau Vakwerk leidt mensen op tot de vakmensen van de toekomst. Als bedrijf met een vraag naar technisch personeel kun je voor twee zaken terecht bij het bureau. Ten eerste kun je volledig nieuw personeel werven. Daarnaast kun je je eigen personeel laten om-/bijscholen.
Binnen 3 tot 6 maanden heb je bijvoorbeeld een werkvoorbereider die al veel kan. Dit is mogelijk doordat er een juiste leer-werkverhouding is. Een student gaat één dag in de week naar school en werkt de overige dagen. Op die manier leer je het snelst. Als opdrachtgever moet je vertrouwen hebben in die persoon en tijd vrijmaken om diegene de kneepjes van het vak te leren. Zelfs iemand die heeft gewerkt binnen toerisme kan gemakkelijk aan de bak in de techniek. Een hoop werkzaamheden komen namelijk overeen.
Streefkerk legt uit: “Onlangs had ik een gastpreker die werkvoorbereider is. Hij vertelde dat slechts 15% van zijn werk bouwkundig is. De rest bestaat uit werkzaamheden die je ook bij andere branches ontwikkelt.”
Mensen zijn dus vrij snel inzetbaar, ook als je andere vaardigheden hebt waarvan je niet verwacht dat ze binnen de bouw passen. Uiteindelijk levert Bureau Vakwerk vakmensen af die na twee jaar met de juiste kennis en volledig ingewerkt en gevormd naar de wensen en behoeften van het bedrijf kunnen instromen.
Niet elke kandidaat is geschikt
Deze manier van opleiding vraagt veel discipline van de kandidaten. Daarom is het bureau kritisch in wie ze selecteren voor een opleidingsprogramma. Er worden pittige gesprekken gevoerd waaruit moet blijken of diegene dit echt wil en aankan. “Wij leveren kwaliteit en moeten er dus zeker van zijn dat de kandidaat geschikt is voor dit traject”, aldus Streefkerk. Bij twijfels gaat het bureau niet in zee.
Een kandidaat vinden is één ding, behouden een ander
Streefkerk maakt zich geen zorgen over het behoud van nieuw personeel. “Behouden is heel simpel. Natuurlijk wil je bij een bedrijf blijven werken dat jou opleidings- en groeimogelijkheden geeft”, verklaart hij. Daarnaast word je in je opleidingstraject meteen opgevoed binnen de cultuur van het bedrijf. Uiteindelijk voel en word je die cultuur zelf ook.
Wat ook bijdraagt aan het behouden van talent is de coaching die Bureau Vakwerk aanbiedt. Het coachtraject dat is inbegrepen in de opleiding is erg populair onder de studenten. Van de 8 uur les heb je 2 uur coaching. Je leert dan bijvoorbeeld hoe je op de werkvloer moet communiceren, samenwerken en omgaan met klanten. Maar ook hoe je jezelf kunt ontwikkelen. “Binnen de bouw wordt er weinig tijd besteed aan zulke zaken, terwijl dit wel heel belangrijk is”, vindt Streefkerk.
En werkt het? Jazeker!
Streefkerk kan zeker wat mooie succesverhalen noemen. Een jongedame met doorzettingsvermogen is zo’n verhaal. Zij werd jong moeder en werkte destijds in de horeca. Zij wist: dit is niet mijn toekomst. Toen zij de opleiding voor binnenhuisarchitect had afgerond, kwam zij erachter dat het werk dat ze daarmee kon doen, niet was wat zij voor ogen had. Ze wilde meer tekenen en verantwoordelijkheid. We zijn nu twee jaar verder en ze werkt tegenwoordig als werkvoorbereider. Zij zit helemaal op haar plek en bij het bedrijf zijn ze uitermate tevreden over haar. “Zij is een voorbeeld van: als je het wil, dan kan het ook.”
Dit artikel is gesponsord door Bureau Vakwerk.