400 studentenwoningen in een half jaar

400 studentenwoningen in een half jaar

Het klinkt als de normaalste zaak van de wereld en bij Jan Snel uit Montfoort is het dat in feite ook: 400 studentenwoningen neerzetten en opleveren binnen een half jaar. Op Utrecht Science Park staat het fraaie eindresultaat.

Hoe maak je honderden (internationale) studenten in een drukbevolkte stad als Utrecht (extra) blij? Met een eigen woonstudio natuurlijk. Op het Science Park Utrecht, naast het Androclusgebouw, wonen nu zo'n 400 studenten in tijdelijke woningen, waarvan de totale investeringskosten rond de 28 miljoen euro liggen.

Het als Campus USP 030 aangeduide complex staat er volgens afspraak voor de komende 15 jaar. Dicht bij hun studielokalen hebben deze studenten niet alleen een zelfstandige woonstudio van 3 bij 6 meter met eigen keukentje, badkamer en toilet, maar binnen het complex ook een wasserette, ontmoetingsruimten, studieplekken, fietsenstalling, een binnentuin en niet te vergeten de centrale hal. De woonstudio’s zijn gestoffeerd én gemeubileerd, zodat de studenten er meteen in kunnen. Ook is er een complexbeheerder aanwezig. De huur ligt onder de sociale huurgrens en dat maakt het (een deel van de) studenten mogelijk om huurtoeslag aan te vragen.

Slimme samenwerking

Om het snelbouwproject te kunnen realiseren vormden Camelot vastgoed Nederland BV en Jan Snel Holding BV het samenwerkingsverband Camelot Campus Uithof 030 BV. Grondeigenaar Universiteit Utrecht koos voor deze combinatie vanwege de hoge gegarandeerde bouwsnelheid, de kwaliteit van de woongebouwen en het betrouwbare beheer op lange termijn. De keuze lag voor de hand aangezien Jan Snel, als bouwpartij, en Camelot, als inrichter en beheerder, al eerder met succes samen een soortgelijk project hadden gerealiseerd: het WASA Student Village in Amsterdam Sloterdijk.

Jan Snel en Camelot hadden al eerder met succes samen een soortgelijk project gerealiseerd”

Binnen half jaar

Op een weiland aan de zuidkant van het Science Park Utrecht, met uitzicht op het eeuwenoude Fort bij Rijnauwen, werd op 6 januari de eerste paal geslagen. Ruim zes weken later werd op de betonnen fundering de eerste woonmodule geplaatst. In hoog tempo - 16 per dag! - gevolgd door de overige 399. De bijna klant-en-klare woonmodules worden per trailer aangevoerd, ingehesen en gekoppeld, waardoor ze alle 400 al tegen eind maart op hun plek stonden en de afwerking van gebouwen en omliggende terrein inclusief binnentuin kon beginnen. Binnen een half jaar, op maandag 8 juni, kon Anton Pijpers als voorzitter van het College van Bestuur van Universiteit Utrecht, de eerste huurder verwelkomen. Samen met Harry van Zandwijk (CEO Jan Snel) en Joost van Gestel (CEO van Camelot Europe) overhandigde hij op symbolische wijze de sleutel.

De 400 studentenwoningen op het Utrecht Science Park zijn verdeeld over twee vleugels. Foto's onder van links naar rechts: de industriële gevelbeplating geeft het complex een eigen sfeer; de 18 vierkante meter grote woonmodules worden gestoffeerd en gemeubileerd opgeleverd en hebben een eigen keuken, badkamer en toilet; een fraai gestileerde ontmoetingsruimte met mondiaal tintje.. Foto: Cojan van Toor

Goede voorbereiding

Goede voorbereiding is het halve werk en dat geldt zeker bij de bouwwijze van Jan Snel. In de eigen fabriekshallen in Montfoort was het afgelopen jaren druk. Die snelle bouwwijze is natuurlijk te danken aan de goed doordachte prefabricage van de woonmodules.

Projectleider Max Smits van Jan Snel legt dat graag nog eens uit: "Zodra het contract is getekend, beginnen we met de voorbereidingen. Wij verzamelen al heel vroeg in het traject alle benodigde onderdelen en bouwen de woonmodules in onze hallen op. Dat betekent staalconstructies aan elkaar lassen, betonvloeren storten, wanden plaatsen, bedrading en leidingen aanbrengen enzovoort. Binnen twee dagen is een module klaar voor transport, compleet met vloerbedekking, keukenblok, badkamer en toilet, en kan de module naar de bouwplaats worden vervoerd." En dat dan 400 keer voor het project in Utrecht.

Max kan het niet laten om er als welgemeende uitsmijter aan toe te voegen: "Een normale bouwer is bij zo’n project misschien wel één of anderhalf jaar bezig, maar wij doen wij dat in krap een half jaar. Zo denken wij in millimeters in plaats van centimeters, in maanden in plaats van jaren en in oplossingen in plaats van problemen."

Zodra het contract is getekend, beginnen we met de voorbereidingen”

Duurzaam bouwen

Stikstofproblemen kent Jan Snel nauwelijks, doordat de meeste bouwactiviteiten in de fabriek plaatsvinden en daarvoor al een vergunning aanwezig is. Bovendien wordt ook in de hallen zoveel mogelijk duurzaam gewerkt, bijvoorbeeld door de inzet van elektrische bovenloopkranen en hergebruik van het bouwafval.

Omdat op het Science Park Utrecht met een tijdelijk bouwbesluit wordt gebouwd, zijn de eisen voor installatie en geluid minder zwaar. Max Smits voegt er wel aan toe: “De woonmodules voldoen geheel aan de eisen die het  permanente bouwbesluit stelt. Hierdoor kan de universiteit de woningen dus gemakkelijk nog langer laten staan dan de nu afgesproken 15 jaar. Deze modules doen in alle opzichten niet onder voor traditionele bouw.”

Ook bij de ontwikkeling van deze studentenwoningen was duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt. Ze voldoen dan ook aan een epc van 0,4 dankzij de goede isolatie, een warmtepompinstallatie en de 270 PV-panelen op het dak. Het gebruik van een dergelijke duurzame energiebron beperkt niet alleen de belasting op het milieu, maar houdt ook de energiekosten van de bewoners binnen de perken.

Dit artikel is gesponsord door Jan Snel.

Van op naar in de stoep: AEC-granulaat als duurzame grondstof 

Van op naar in de stoep: AEC-granulaat als duurzame grondstof

Van je 'grijze afval' naar een stoeptegel. Een musthave met het oog op de circulaire economie, zou je denken. Maar er zijn ook aarzelingen bij het gebruik van nieuwe grondstoffen die afkomstig zijn van afval. Hoe geven we het dan toch waarde?

Op weg naar een watertransitie in de bouwsector  

Op weg naar een watertransitie in de bouwsector

Als het aan partners Waterzaak en GEP ligt, volgen we het voorbeeld van onze zuiderburen. In België is regenwater opvangen al meer dan 20 jaar de norm. In Nederland lopen wij flink achter. En dat terwijl de Waterwet uit 2009 stelt dat we regenwater moeten opvangen.

Gerhard Hospers

Greenworks: duurzaamheidslabel én kennispartner voor de bouw

De ideale comaker en kennispartner bij bouwprojecten: dat is Greenworks - het duurzaamheidslabel voor bouw- en installatiematerialen - in een notendop. Greenworks is onderdeel van BMN Groep, de grootste bouwmaterialenhandel in Nederland. Omdat circulair en biobased bouwen anno 2024 de norm is, manifesteert BMN Groep zich met Greenworks meer en meer als adviseur die de klant van a tot z ontzorgt, zegt Gerhard Hospers, manager ESG/Greenworks bij BMN Groep.

Foto: Shutterstock

Weinig vermindering CO2-uitstoot én weinig plannen daartoe in de bouwsector

De CO2-uitstoot van de bouwsector neemt nauwelijks af. Bovendien ontbreken concrete doelstellingen en plannen. Opvallend is dat de bouwmaterialenindustrie al wel het reductiedoel voor 2030 heeft bereikt.